Regio Zoetwater Oost-Nederland

De hoge zandgronden in Drenthe, het oosten van Overijssel, Gelderland en Utrecht vormen de Zoetwaterregio Oost Nederland. Karakteristiek voor deze gebieden is dat ze doorsneden zijn door beekdalen.

De gebieden bestaan uit een mozaïek van goed ontwikkelde en kapitaalintensieve landbouwgronden, minder kapitaalintensieve landbouwgronden en waardevolle natte en droge natuur- en recreatiegebieden. Zo’n 60% van de hoge zandgronden ontvangt geen zoetwater uit het hoofd-watersysteem en is afhankelijk van de neerslag. Drinkwaterbedrijven, voedingsmiddelenbedrijven, andere industrieën en landbouwers gebruiken zowel oppervlaktewater als diep en ondiep grondwater voor hun bedrijfsprocessen.

Noodzaak

De hoge zandgronden hebben al tientallen jaren te kampen met verdrogingproblemen met schade tot gevolg. Zo waren 1976, 2005 en onlangs in 2018 extreem droge jaren, waarin dankzij veel maatregelen in de vraag naar zoetwater kon worden voorzien, daar waar aanvoer mogelijk is.

Als gevolg van de reeds ingezette klimaatverandering  zien we dat de zomerafvoeren van de grote rivieren steeds verder afnemen en daarmee ook het beschikbare, te verdelen volume aan zoetwater. Watertekorten nemen verder toe, de grondwaterstanden dalen en beekdalen kunnen droogvallen. De landbouwsector, het stedelijk gebied en de natuur ondervinden hier aanzienlijke schade van. Ook bestaat er een kans op verslechtering van de waterkwaliteit. Daarentegen kunnen heftige (regen)buien juist weer wateroverlast geven. Langere en heviger perioden van droogte leiden tot economische schade, bijvoorbeeld voor scheepvaart, landbouw en energievoorziening. En ook landschap- en natuurwaarden ondervinden duidelijk schade. De waterbeheerders staan voor de taak om de verdeling van water in goede banen te leiden om daarmee maatschappelijke en landschappelijke schade te beperken.

Slim Watermanagement

Slim Watermanagement is gericht op het verkleinen van (zoet)watertekorten en het verminderen van wateroverlast. Om dit te realiseren wordt er vanuit het project naar mogelijkheden gezocht om de beschikbare capaciteit en mogelijkheden van het watersysteem in Oost-Nederland beter en duurzamer te benutten. Op basis van de Deltascenario’s wordt onderzocht of de wateraanvoercapaciteit, onder meer voor het Twentekanalen systeem vanaf Eefde, in droge tijden met maximaal 10% kan worden vergroot. In perioden met wateroverlast is er juist behoefte aan een optimalisatie van de afvoer van water uit het stroomgebied van de: Overijsselse Vecht, de Sallandse Weteringen en het Meppelerdiep via het Zwarte water richting het IJsselmeer. Om dit te bereiken, is een andere manier van samenwerking nodig: van een verantwoordelijkheid voor het eigen beheergebied naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het gehele watersysteem in oostelijk Nederland.

Stand van zaken

In 2015 is een definitiestudie gestart. Hiermee is in beeld gebracht wat slim watermanagement voor de regio Oost-Nederland kan betekenen en wat globaal de kosten en baten zijn. Dit is vertaald in een Plan van Aanpak. Daarin staat wat er moet gebeuren om slim watermanagement te realiseren. In de volgende stap wordt gewerkt aan het opstellen van redeneerlijnen, in samenwerking met alle betrokken overheden. Deze redeneerlijnen worden vervolgens gebruikt bij de verdere uitwerking van het Informatiesysteem SWM, dat gezamenlijk met de regio IJsselmeergebied in ontwikkeling is.

Daarnaast wordt vanuit de regio gekeken naar meer momenten om kennis en ervaringen te delen met andere regio’s en de omgeving. Maar ook het bespreken van de mogelijke maatregelen. Bijvoorbeeld door het organiseren van een regio dag, i.s.m. de regio IJsselmeergebied. Ten bate van Slim Watermanagement is continue data-uitwisseling opgezet met de Duitse Waterpartners voor de grensoverschrijdende rivieren (Vecht, Dinkel en Berkel)