Vruchten geplukt van Slim Watermanagement

Een extreem droge zomer ligt achter ons en de gevolgen van de droogte zijn op uiteenlopende sectoren nog dagelijks merkbaar. Een drukke zomer voor iedereen in Nederland die met water werkt, en dus ook voor de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling, waarvan Harold van Waveren voorzitter is. “We zijn best goed door de ergste periode van droogte heen gekomen”

Van Waveren is voorzitter van zowel de Landelijke Coördinatiecommissie Overstromingsdreiging (LCO) als de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW). Die laatste is door de droogte momenteel het actiefst. De LCO en LCW verzamelen informatie over de waterstanden. De LCO gaat over hoogwater, de LCW over laagwater. “Als zich een kritieke situatie voordoet, zoals afgelopen zomer toen er sprake was van extreme droogte, dan is de taak van de LCO/LCW het informeren en adviseren van de waterschappen en Rijkswaterstaat-regio’s en het adviseren over maatregelen”, vertelt Van Waveren

Opschalingsniveaus
“Als de situatie nijpend wordt, zowel bij hoog- als laagwater, geven we adviezen over dijkbewaking en stormvloedkeringen, stuwen en gemalen (in geval van laagwater). We bereiden ons natuurlijk voor op zulke momenten, dus doen ook voorspellingen over waterstanden. In een extreme situatie adviseren we op landelijk niveau.”

Dat laatste verschilt per opschalingniveau. Niveau 1 is coördinerend: het verdelen van water bij dreigend watertekort, bijvoorbeeld als er te veel zoutwater in een rivier komt. Niveau 2 gaat over watertekorten. Van Waveren: “Dan moet je kiezen: wie heeft het schaarse water het hardst nodig, de landbouw, de natuur of de scheepvaart? LCW adviseert de waterschappen en RWS-regio’s daarover en stelt maatregelen voor. Het Management Team Watertekorten neemt, onder leiding van directeur-generaal van Rijkswaterstaat (RWS) de besluiten. Op niveau 3 neemt de minister in Den Haag de besluiten. Ook dan adviseren wij. Dat hebben we gelukkig al heel lang niet nodig gehad."

LCW/LCO en de voorzitter
De LCW en LCO is onderdeel van het Watermanagementcentrum Nederland en wordt voorgezeten door RWS. De waterschappen, het KNMI en het ministerie van Defensie zijn erin vertegenwoordigd, net als (in het geval van de LCW) de zeven Regionale Droogteoverleggen (RDO’s), een jurist en communicatiemedewerkers. Van Waveren moet er als voorzitter voor zorgen dat de LCO/LCW z’n werk goed doet. Ik doe een deel van de woordvoering, ben voorzitter van bijeenkomsten en bereid die met de coördinatoren voor en ik zorg dat de besluiten die daaruit voortkomen tot uitvoering kunnen komen. Ook ben ik de link met het Management Team Watertekorten in Den Haag, zeker in geval van opschaling. Bij overstromingsdreiging wordt hetzelfde principe gevolgd.

Droogte
Ook Van Waveren had dus zijn handen vol, de afgelopen, droge zomer. “En nog steeds zijn de waterstanden laag. De scheepvaart ondervond veel hinder, net als de landbouw in gebieden waar geen water kan worden aangevoerd. Maar bij beide ben je volledig afhankelijk van neerslag. Daar valt helaas niet veel aan te doen.” Al met al is hij tevreden met hoe de waterbeheerders met de droogte zijn omgegaan. “We zijn best goed door de ergste periode van droogte heen gekomen, als je het bijvoorbeeld vergelijkt met het buitenland, waar veel meer schade was dan hier. Het water dat we wél konden verdelen (bijvoorbeeld uit de Rijn en het IJsselmeer) hebben we zo optimaal mogelijk gedaan.”

Van Waveren wijst daarbij naar het Slim Watermanagement-programma. “Daarvan hebben we zeker de vruchten geplukt. Dit was de eerste serieuze test, sinds Slim Watermanagement is geïntroduceerd. Door het snel en veelvuldig delen van meetgegevens tussen verschillende waterschappen en RWS-regio’s, stonden we gesteld. Er was een basis waarop je maatregelen kon nemen, bijvoorbeeld door het iets verder open- of dichtzetten van een stuw of gemaal. De What’s App-groep zoals die bijvoorbeeld door de waterbeheerders in West-Nederland  werd gebruikt, heeft in combinatie met de gezamenlijke informatiesystemen als effect dat er snel geschakeld wordt tussen verschillende waterbeheerders. Iemand merkt een tekort of te hoog peil op en voert het meteen in, in het informatiesysteem. Een andere waterbeheerder kan meteen maatregelen nemen.”

De pilot bij het Amsterdam Rijnkanaal en Noordzeekanaal smaakt volgens Van Waveren naar meer. “Dat heeft goed gewerkt en dat mag wat mij betreft breder uitgerold worden. De communicatie liep goed, er was een soepele verzameling en uitwisseling van meetgegevens en er werd gewerkt met de hand aan de kraan, zodat je die snel iets verder open of dicht kon zetten als daar behoefte aan was. Deze optimalisatie heb je nodig in dit soort periodes."