IV Slim WM: de juiste data op de juiste manier op het juiste moment aanleveren

Data zijn van groot belang voor de Informatievoorziening Slim WM (IV Slim WM). Zonder data kijken de waterbeheerders immers naar een leeg scherm. Namens de waterbeheerders vertellen Mylène Printems (Rijkswaterstaat) en Jonas Heffels (het Waterschapshuis) wat hen te doen staat om de data te kunnen laten stromen.

Beheergrenzen vormen geen belemmering in het operationeel waterbeheer. Dat is waar Slim Watermanagement voor staat en voor gaat. Mylène Printems is bij Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening (CIV) projectleider voor de IV Slim WM. Zij onderschrijft het belang van de rol van de IV Slim WM voor gezamenlijk waterbeheer. ‘Voor Slim Watermanagement is het cruciaal dat de waterbeheerders over dezelfde informatie beschikken. Dat er één gezamenlijk beeld is van waaruit ze samen handelen. Zodat er geen tijd verloren gaat aan data verzamelen, de waarde daarvan bepalen en discussiëren over verschillen.’

Randvoorwaarde

Een belangrijke randvoorwaarde voor die gezamenlijke informatie is dat de IV Slim WM van de benodigde data wordt voorzien. ‘Daarbij gaat het om data van Rijkswaterstaat, de 21 waterschappen én externe partijen zoals het KNMI’, geeft Mylène aan. ‘Een belangrijke taak voor de waterbeheerders – zowel de waterschappen als Rijkswaterstaat – is dan ook het leveren van die data.’ Dat kan Jonas Heffels, programmamanager water en innovatie bij het Waterschapshuis, alleen maar beamen. ‘Als waterbeheerders moeten wij de juiste data op het juiste moment op de juiste manier aanleveren, om zo de IV Slim WM te kunnen “voeden”. Daarbij hoort ook dat we moeten bepalen wélke data we gaan leveren. Dit doen we op basis van de in kaart gebrachte gebruikerswensen. Die zijn bepalend voor welke data wanneer nodig zijn.’

Hergebruik

Maar zover zijn we nog niet. Eerst moet het IV-systeem Slim WM gebouwd worden. Zo wordt er op dit moment nog druk gewerkt aan zowel het realisatieplan voor de IV Slim WM als de inkoopstrategie. Ook Mylène levert hier een bijdrage aan. ‘Bij de IV Slim WM hanteren we – net zoals voor alle ICT-projecten van de overheid – het uitgangspunt: eerst hergebruiken, dan kopen en dan pas maken. We willen zo veel mogelijk gebruikmaken van bestaande IV-systemen die de waterbeheerders in eigendom hebben. Je weet dat die systemen het kunstje kunnen en te beheren zijn door de waterbeheerders zelf. Ik ben nu druk bezig met in kaart brengen welke IV-bouwstenen van Rijkswaterstaat in aanmerking komen voor eventueel hergebruik voor de IV Slim WM. Daarvoor maak ik een impactanalyse: voldoen de bouwstenen functioneel, zijn er juridische haken en ogen, kunnen we ze hergebruiken en zo ja, hoe dan?’

Bewustwording

Om de IV Slim WM te kunnen laten werken, zijn data nodig. De waterbeheerders zijn eigenaar van de data en moeten ervoor zorgen dat data naar de IV Slim WM gaan. In het juiste formaat en van de juiste kwaliteit. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Het gegevensknooppunt waterschappen moet gaan helpen. Voor de data van Rijkswaterstaat gaat de levering van data via de missiekritieke distributielaag lopen. Jonas vertelt dat hij op dit moment nog geen officiële rol heeft bij de IV Slim WM. ‘Het Waterschapshuis is het uitvoeringsorgaan van de waterschappen op het gebied van ICT in de brede zin van het woord. In die zin is het zeker logisch dat wij ook een rol krijgen bij het faciliteren van de datalevering door de waterschappen. Maar officieel hebben wij hier nog geen opdracht voor gekregen van de waterschappen. Daar wordt overigens wel aan gewerkt.’ Toch wil hij wel vertellen wat er volgens hem op de waterschappen afkomt als het gaat om gestandaardiseerde datalevering aan de IV Slim WM. ‘Net als Rijkswaterstaat gaan de waterschappen in kaart brengen welke data ze nu al kunnen leveren. Ook inventariseren we welke andere, relevante datasets er bij de 21 waterschappen beschikbaar zijn. Dit wordt nog een aardige klus, voorzie ik. Verder is het zaak om bewustwording te creëren over het belang van de harmonisatie van data. We moeten in de IV Slim WM immers verschillende datasets op een gestandaardiseerde manier bij elkaar brengen.’

Aardige exercitie

Maar voor het zover is, moet eerst duidelijk zijn welke data nodig zijn voor de IV Slim WM, en of ze al gestandaardiseerd zijn of niet. ‘Deze verhelderingsactie loopt nu’, aldus Mylène. ‘Ook zullen we de impact van het inrichten van de datalevering naar de IV Slim WM moeten verkennen.’ Jonas vult aan: ‘Op basis van de kennis die we nu hebben, durf ik wel te stellen dat dit een aardige exercitie zal zijn.’ Voor de IV slim WM is het in elk geval van groot belang dat de data volgens de afgesproken standaarden worden aangeleverd. ‘De IV Slim WM moet ervoor zorgen dat de waterbeheerders op hetzelfde moment over dezelfde, juiste informatie beschikken’, aldus Mylène. ‘Maar dan moeten de data wel op een uniforme manier worden aangeleverd. Anders krijgen mensen straks een wit scherm of incorrecte data te zien. En dat wil je natuurlijk niet.’ Jonas vult aan: ‘Door de klimaatverandering wordt dit alleen maar belangrijker. De gevolgen van gemaakte afwegingen worden immers steeds groter. Daarom is het belangrijk dat waterbeheerders deze afwegingen op basis van hetzelfde kader – dezelfde informatie – maken. De IV Slim WM gaat ons hier zeker bij helpen. Hiermee wordt het belang van de gemaakte afspraken in het addendum van het Bestuursakkoord Water in 2018 (zie kader, red.) nog maar eens benadrukt.’

Draagvlak

Hebben Mylène en Jonas nog een tip voor Boris Everwijn, de projectmanager IV Slim WM? ‘Er lopen veel onderzoeken’, geeft Mylène aan. ‘We bevinden ons op dit moment nog in de verkenningsfase. En dan is het heel belangrijk dat alle betrokkenen – van operationeel waterbeheerders tot bestuurders – goed worden meegenomen in de te maken keuzes. Daardoor creëer je draagvlak voor het uiteindelijke instrument. En dat helpt weer bij de acceptatie en het gebruik ervan.’ Jonas vult aan: ‘Mijn tip: wees scherp en zakelijk op de inhoud en zacht op de verbinding en samenwerking. Blijf vooral ook de meerwaarde van de IV Slim WM uitdragen. Daarin kun je elkaar blijven vinden, ook als het moeilijk wordt.’

Aanvullende afspraken Bestuursakkoord Water

Het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) sloten in 2011 het Bestuursakkoord Water (BAW). Daarin is afgesproken om de doelmatigheid van het waterbeheer te vergroten. Er is grote tevredenheid over de werking van het bestuursakkoord. Nationaal en regionaal is de samenwerking verbeterd, met als belangrijk resultaat dat de kosten voor het waterbeheer beheersbaar blijven. Omdat nieuwe opgaven om nieuwe afspraken vragen, hebben de waterpartners op 31 oktober 2018 aanvullende afspraken gemaakt op het Bestuursakkoord Water. Dit addendum bevat nieuwe en hernieuwde afspraken over onder ander bruikbare en toegankelijke data en informatie binnen de watersector.

De afspraken op een rij

Als waterpartners bundelen we onze krachten om te ontdekken, te onderzoeken, te leren en ervaringen te delen op het gebied van innovatie en (technologische) ontwikkelingen. Onderwerpen zijn onder meer het gebruik van drones, satellietdata, sensoren, big data, robotica, blockchain, cloud services en virtual reality.

We komen in 2019 tot een gezamenlijke visie op het gebruik en de ontsluiting van data, de benodigde (model)infrastructuur en de financiering. Hierbij krijgen interoperabiliteit, (open) data delen, standaarden toepassen, hergebruik van beschikbare toepassingen, beveiliging van data en de wettelijke kaders die gelden voor het delen van data (zoals de AVG en de Drinkwaterwet) expliciet aandacht.

We onderzoeken in 2019 of in de toekomst (verdergaande) samenwerking – op basis van de gezamenlijke visie – mogelijk is op het gebied van informatievoorziening en gegevensbeheer binnen de processen van het waterbeheer. Daarbij zal ook besproken worden hoe operationalisering en verankering het beste kunnen plaatsvinden, waarbij onder meer de basisregistraties en het DSO als voorbeelden dienen.

Daarnaast onderzoeken we in de komende twee jaar (2019-2020) koppelingen tussen de instrumenten en datamodellen via gestandaardiseerde protocollen en standaard uitwisselformaten.

De samenwerkingsregio’s in de waterketen geven in het kader van professionalisering, expliciet aandacht aan de noodzakelijke ontwikkelingen om bruikbare en toegankelijke informatie binnen de watersector te krijgen.