Toekomstbestendig watersysteem Amsterdam-Rijnkanaal/ Noordzeekanaalgebied

Onlangs reikte de Deltacommissaris de ‘Vaas van het Deltacongres’ uit aan het team van Toekomstbestendig watersysteem Amsterdam-Rijnkanaal/Noordzeekanaalgebied (ARK/NZK). Met deze prijs wordt dit bijzondere project in het zonnetje gezet. Wat maakt het project Toekomstbestendig watersysteem zo speciaal? ‘We kijken verder dan de eigen watersystemen en waterbeheer: we zoeken verbindingen met alles wat er in de openbare ruimte gebeurt en aan water raakt.’

Deltacongres2_artikel toekomstbestendig watersysteem_dec2019

In het programma Slim Watermanagement optimaliseren waterschappen en Rijkswaterstaat samen het operationeel waterbeheer, om tekort aan of overlast van water te voorkomen. Slim Watermanagement kijkt naar het waterbeheer in het hier en nu. Het project Toekomstbestendig watersysteem (TB) kijkt maar liefst tot 2100, vertelt Hans Overbeek van RWS West Nederland-Noord. Hij maakt deel uit van de projectleiding van TB. ‘In 2018 zijn we gaan nadenken over de periode na 2021. Slim Watermanagement gaat uit van de bestaande infrastructuur, en daar optimaal gebruik van maken. Maar als we kijken wat er op ons afkomt over 10, 20, of zelfs 100 jaar, dan gaan we het daarmee niet redden. Het project Toekomstbestendig watersysteem begint waar Slim Watermanagement ophoudt. We willen het watersysteem en het gebied klaar maken voor toekomstige ontwikkelingen.’

‘Het project Toekomstbestendig watersysteem begint waar Slim Watermanagement ophoudt’

Samenwerken met de buren

Hoewel momenteel geen officieel onderdeel van het Deltaprogramma, komen in het project Toekomstbestendig watersysteem wel alle ‘Delta-opgaven’ terug. Namelijk: zoetwatervoorziening, waterveiligheid en ruimtelijke adaptatie. Het is een gezamenlijke aanpak van de vier waterschappen (De Stichtse Rijnlanden, Hollands Noorderkwartier, Rijnland en Waternet), Provincies Noord-Holland en Utrecht en drie RWS-onderdelen (RWS WNN, RWS MN en RWS WVL). Het project heet voluit Toekomstbestendig watersysteem Amsterdam-Rijnkanaal/Noordzeekanaalgebied en vooral het woordje ‘gebied’ is van belang. Overbeek: ‘We kijken naar de grotere samenhang in het gebied tussen pakweg de Afsluitdijk, Katwijk en de Lek.’ De stap om samen te werken met waterschappen en provincies is meer dan logisch, aldus Overbeek: ‘Als RWS zijn we voor het waterbeheer mede afhankelijk van de waterschappen. Als we echt verder gaan kijken, naar de ontwikkelingen die op ons afkomen, en daar maatregelen voor willen treffen, dan moeten we verder kijken dan onze beheergrenzen. Je kunt niet je eigen systeem op orde brengen en hopen dat het bij de buren wel goed gaat.’

Meerwaarde

Bij het project zijn ook de provincies Utrecht en Noord-Holland betrokken. ‘Slim Watermanagement houdt zich voornamelijk bezig met het optimaliseren van het watersysteem. Maar de meerwaarde van dit project zijn de koppelingen met de openbare ruimte’, legt Jacco de Hoog van de provincie Utrecht uit. ‘Het project raakt alles waar de provincie zich mee bezig houdt: klimaatadaptatie, natuur, mobiliteit, waterveiligheid. Het gaat over de hele buitenruimte. Onze rol als provincie is zorgen voor verbinding, tussen thema’s en partijen. We leggen een directe link met de omgevingsvisie, zodat het niet alleen een waterbeheerding wordt, maar juist de basis van alle ontwikkelingen die met ruimtelijke ordening te maken hebben. Neem woningbouw, een groot thema hier in de provincie en rond Amsterdam. Voordat je bouwt moet je weten welke risico’s er zijn op watergebied en welke maatregelen je moet nemen.’

'De meerwaarde van dit project zijn de koppelingen met de openbare ruimte'

Risicogebied

En risico’s, die zijn er in dit gebied wel degelijk. De Hoog: ‘We wonen hier in een risicogebied qua overstromingen. Het is het meest dichtbevolkte stukje Nederland, de grootste economische regio van het land, met enorme infraknooppunten. En tegelijkertijd wonen we hier op het laagste stukje Nederland, met best wat risico’s als het om waterveiligheid gaat. Normaal gesproken vormt de provincie de visie en geven waterschappen daar invulling aan. Nu zijn we met een brede groep en samen met Rijkswaterstaat aan het nadenken hoe we op een slimme manier invulling geven aan de opgaven van de toekomst. Die gedeelde visie is onze kracht.’ Dat meent ook Hans Overbeek: ‘Via Slim Watermanagement zijn er al wat maatregelen genomen crisissituaties te voorkomen, maar dat gaat over ‘het nu’. Als je kijkt wat er op ons afkomt, bijvoorbeeld qua verstedelijking rond Utrecht en Amsterdam, dan redden we het daarmee niet. Dat kun je niet alleen oplossen met waterbeheer. Je moet ook de inrichting van het gebied aanpassen. De droogtecrisis in 2018 onderstreepte nogmaals hoezeer we elkaar nodig hebben. Bij wateroverlast én -tekort.’

Ver weg en toch dichtbij

2019 stond voor TB vooral in het teken van de brede watersysteemanalyse. Deze analyse is grensoverschrijdend en bevat zwakke en sterke punten in het watersysteem, om zo inzicht te krijgen in sturing en bedreiging. 2020 wordt gebruikt om deze analyse verder uit te diepen en om onderzoek te doen naar wateroverlast, watertekort en verzilting in de regio, aldus Overbeek. ‘Ook verkennen we komend jaar een aantal oplossingsrichtingen. Stel, we verhogen in hoogwatersituaties het waterpeil van het Amsterdam-Rijnkanaal tijdelijk met een paar centimeter – wat gebeurt er dan? Moeten we de dijk verhogen, op één plek of overal?’ Die scenario’s zijn van groot belang, zegt De Hoog: ‘Die scheppen duidelijkheid: wat moeten we doen in welke situatie. Maar ze zorgen er ook voor dat het gaat leven bij mensen. Als we in de scenario’s daadwerkelijk locaties aanwijzen waar het gaat wringen, dan komt het besef.’ Overbeek vult aan: ‘Als we nadenken over de wereld over 100 jaar, is het voor veel mensen vaak een ver-van-hun-bed-show. De bereidwilligheid om ermee aan de slag te gaan is niet altijd even groot. Maar als we van 100 jaar terugrekenen naar nu – wat is er over 50 jaar nodig, of over 20 – dan kan er vaak heel veel wél. Dat is het mooie van dit project: het is ver weg en toch dichtbij.’